Maandag 27/3 tot Zaterdag 1/4
Overwegend prachtig weer, soms is de camper 's avonds moeilijk te koelen voor we gaan slapen :-)
Woensdag fietsten we naar Las Rocinas, een deel van het Nationaal park op amper 2 km van de camping. Er is een informatiecentrum en een vlonderpad langs een reeks observatiehutten. We zijn bijna alleen, zodat we rustig kunnen turen naar de vogels die in de lagunes zitten.
Buiten de Zwarte Ibissen, die in deze streek bijna even talrijk zijn als bij ons de kraaien, en Ooievaars die op de elektriciteitspalen soms met 4 verdiepen boven elkaar nestelen, zien we veel Zwarte Wouw. Dodaars en Krooneend zijn goed vertegenwoordigd, naar de Purperkoet is het een tijdje zoeken. De andere uitschieters zijn Roodstuitzwaluwen en Europese Kanarie.
Donderdag staan we vroeg op om ons, samen met een tof Nederlands koppel van op de camping, te laten rondgidsen in het Doñana park zelf, waar je alleen niet mag komen. Van de Lynx krijgen we slechts een glimp te zien voor hij achter de bosjes verdwijnt. Dank zij de gids krijgen we meer dan 60 soorten te zien! Specialekes: Roerdomp, Roodkopklauwier, Purperreiger, Kalanderleeuwerik, Graszanger, Geoorde fuut, Rode Patrijs, Witbuikzandhoen, Slangenarend, Visarend, Griel, Spaanse mus. Leuk is een kolonie Gekko's die op een betonnen elektriciteitspaal een zonnebad nemen.
Vrijdag gaan Katrien en ik samen naar de dorpskapper. Voor amper 20 € samen komen we biten met een fris zomerkapsel. De man vertelde ons dat met Pinksteren de bevolking van een 1000-tal mensen gedurende 7 dagen aangroeit tot 1 à 1,5 miljoen door de pelgrims die vanuit alle Spaanse steden en het buitenland komen. Er blijkt zelfs in Brussel een broederschap te zijn die deelneemt aan dit massa-event.
De Andalousische pelgrims komen voornamelijk met paard en kar. El Rocío is daar helemaal op voorzien: geen enkele straat is verhard, alles is mul zand. In 2015 probeerden we er met de fiets door te geraken, maar na 100 m moesten we ons stalen ros voortduwen! Je waant je in de Far West, voor de huizen zijn palen en ringen om paarden vast te maken. Zelfs jonge kinderen zie je hier te paard door de straten wandelen.
's Middags eten we in restaurant El Toruño, onder twee machtige olijfbomen die ettelijke eeuwen oud zijn. Een chique Señora˜ en haar stalknecht komen te paard tot bij het restaurant gereden; zonder afstijgen worden ze van eten en drinken voorzien op speciale hoge tafels.
Zaterdag bezoeken we nog eens de fameuze 'ermita', de kerk waar de pelgrims met Pinksteren samentroepen. Er zijn voorbereidingen voor een huwelijksmis bezig. We willen wel eens zien hoe het er hier aan toe gaat en blijven wachten. Prachtig uitgedoste dames op hoge hakken (in al dat zand!), heren in mooie kostuums. De dienst zelf blijkt één grote chaos. Iedereen praat door elkaar, zodat je niets hoort van de pastoor, van de voorlezingen en van de Flamenco-liederen die blijkbaar gezongen worden. Mensen staan op uit de kerkbanken, gaan wat verder staan babbelen met bekenden en gaan dan weer elders zitten. Daarna trekt heel het gezelschap in een rij koetsen naar het restaurant.
We hebben we onze verdere reisopties overwogen. Binnen minder dan twee weken (Pasen) willen we terug thuis zijn. Tijd dat we deze moeilijke lange periode van 'Dagen zonder Water' afsluiten. :-))
Morgen vertrekken we uit El Rocío, weer richting natuurpark van Monfragüe. Daar blijven we dan waarschijnlijk nog een klein weekje in de buurt rondhangen voor we terug richting Laarne trekken. Volgens de meteo hebben we nog mooi weer voor de boeg.